De Drentsche patrijshond is gefokt op drie specifieke karakter kenmerken:
- als jachthond
- als erfhond
- als gezinshond

Nin & Penny
De Drentsche Patrijshond is van oorsprong een boerenhond die zowel voor de jacht als op het boerenerf werd ingezet. Dit heeft zijn karakter gevormd. Tegenwoordig is de ‘Drent’ nog steeds op veel boerderijen in het noorden en oosten van het land te vinden. Ook heeft de Drentsche Patrijshond zijn plaats als familiehond gevonden. Er zijn zelfs vele Drenten, of Dutch Patridge dogs zoals de Engelse benaming luidt, in het buitenland te vinden. Zo zijn er rasverenigingen in bijvoorbeeld Denemarken, Zweden en Luxemburg.
De Drent is daarnaast een hond die zijn beweging nodig heeft. Eens per dag een lange wandeling of naast de fiets rennen, is een must. Indien een Drent niet genoeg beweging krijgt, zal hij in huis onrustig worden en duidelijk ongelukkig De Drent is geen hond voor een buitenkennel. Hij heeft het gezelschap van mensen echt nodig. Het is de combinatie van de bovenstaande eigenschappen die de Drentsche Patrijshond maakt tot wie hij is. De werkeigenschappen kunnen niet los van elkaar gezien worden. Door de eeuwenlange ontwikkeling als werkhond heeft de hond een aangeboren wil om te gehoorzamen. Dit neemt niet weg dat een goede en consequente opvoeding van groot belang is. Door zijn zachte karakter is de Drentsche Patrijshond ongeschikt voor een harde opvoeding. Wel dient de hond zéér consequent opgevoed te worden. Het karakter in een notendop: intelligent en gevoelig, vrolijk en levendig, nieuwsgierig en aanhankelijk.
Overweg kunnen met andere huisdieren
De Drent is niet agressief naar andere honden toe en zal in geval van nood niet hulpeloos zijn. Met andere huisdieren is hij niet bijzonder moeilijk, over het algemeen kan het prima als beide dieren goed opgevoed zijn!
Tekstbron: Rasvereniging / Foto’s: eigen archief